Hondenziekte bij honden

Geschreven door: Stela Elena Seemann

|

Tijd om te lezen 5 min

Stela E. Seemann

Hondenvoedingsadviseur & oprichtster van Solli's

Honden kunnen nog steeds hondenziekte krijgen, soms zelfs vaak. Hondenbezitters moeten hierover meer weten, want deze virusziekte is niet onschuldig. Maar je kunt besmetting wel voorkomen.

Gevaar door hondenziekte bij honden

Honden worden nu ingeënt tegen hondenziekte (lat. canine distemper). Deze vaccinatie is rond 1960 ingevoerd. Voorheen was hondenziekte de meest dodelijke virusinfectie bij honden. Het wordt elke eigenaar aangeraden om zijn hond te laten vaccineren.

De kans op een succesvolle behandeling is tegenwoordig weliswaar veel groter dan decennia geleden, maar bij onvoldoende vaccinatiebescherming en een gebrekkige immunisatiegraad van bepaalde populaties (rassen, regionaal gehouden honden) kan er nog steeds een epidemie met een zeer hoge sterfte optreden.


Zo'n epidemie deed zich voor van 1994 tot 1995 in Finland. Honderden honden stierven. De verspreiding van de hondenziekte werd gestopt door vaccinatie. Nadat ~70 % van alle puppy's in de getroffen regio was gevaccineerd en er dus een zogenaamde kudde-immuniteit was ontstaan, kwam de epidemie tot stilstand.

Behoeftequiz

Doe onze gratis quiz en binnen een paar minuten geven we je advies over de beste producten voor je hond.

Wat is hondenziekte bij honden?

De ziekte wordt veroorzaakt door het staafvormige virus en is super besmettelijk. Het treft honden en hondachtigen. Het staafvormige virus is een RNA-virus (Paraymyxvirus) dat lijkt op het mazelenvirus. Hoewel huiskatten er ook mee besmet kunnen raken, vertonen ze geen symptomen. Vanwege deze mogelijkheid wordt hondenziekte soms (ten onrechte) gelijkgesteld aan kattenziekte (panleukopenie). Dat laatste is ook bekend als kattenpest of -ziekte. Maar behalve de verwarrende naam heeft het niks te maken met hondenziekte.


De ziekte wordt eerder veroorzaakt door het parvovirus, dat honden en andere soorten treft en ringworm veroorzaakt.

Bijna alle hondeneigenaren hebben wel eens van hondenziekte gehoord, maar denken ten onrechte dat deze ziekte in Duitsland en de hele D.A.CH.-regio zelden of nooit voorkomt of zelfs is uitgeroeid. Dat is absoluut niet waar. In dit land zijn ingeënte honden veilig voor de ziekte, die niettemin veel wilde hondachtige dieren treft. Daartoe behoren:


  • Fretten
  • Vossen
  • Nertsen
  • Wezels
  • Wolven
  • Polluizen
  • Boom- en steenmarters
  • Dassen
  • Tijgerhonden
  • Otters
  • Wasberen

Honden kunnen besmet raken via de afscheidingen en uitwerpselen die ze in de natuur achterlaten. De genoemde soorten komen vooral voor in Midden-Europa. In andere delen van de wereld behoren ook coyotes, dingo's en jakhalzen tot de hondachtigen.

Omdat niet alle honden worden ingeënt en de infectie onder hondachtigen voorkomt, komt hondenziekte ook in Duitsland en Midden-Europa steeds weer voor door contact met wilde dieren.


Als oorzaken worden de toenemende vaccinatie-moeheid van eigenaren en de sterkere import van dieren zonder vaccinatiebescherming vermoed. Ook neemt het contact met wilde dieren toe.


Deze worden steeds meer geconfronteerd met het verlies van leefgebieden die de mens met zijn hond in beslag neemt. Tegelijkertijd creëren nieuwe groene en akkergebieden een aantrekkelijk voedselaanbod voor wilde dieren.


Door hun snelle aanpassingsvermogen komen ze dichter bij de menselijke leefomgeving. Ze brengen het virus mee dat gevaarlijk is voor niet-gevaccineerde honden. In principe kan elk dier op elke leeftijd besmet raken. De volgende vier groepen zijn echter bijzonder kwetsbaar:


  • #1 Puppy's die het virus oplopen tijdens de zwangerschap van hun moeder of in de eerste levensmaanden door haar worden besmet
  • #2 Oude en zieke dieren die door hun zwakte vatbaarder zijn voor een virusziekte
  • #3 Jachthonden die veel in contact komen met wilde dieren
  • #4 dieren die niet zijn ingeënt

De wilde dieren die het virus bij zich dragen, kunnen nooit helemaal worden uitgeroeid. Dat mag niet volgens de dierenbescherming. Daarom moeten hondenbezitters de gevaren van de ziekte kennen en hun viervoeters ertegen beschermen door ze te vaccineren en andere maatregelen te nemen.

Hoe word je besmet met hondenziekte?

Hondenziekte wordt overgedragen via afscheidingen en uitwerpselen, dus via lichaamsvocht zoals neus- en oogafscheidingen, speeksel, poep en urine. Dieren likken elkaar, niezen op elkaar of krijgen het virus binnen via besmet water en soms ook via voer. Overdracht via voorwerpen komt niet vaak voor. Dat zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren via een voerbak buiten waar eerst een besmet wild dier uit eet en daarna de hond.

Zo'n overdracht is alleen waarschijnlijk bij een hoge virusbelasting, dus bij een sterk besmet wild dier en een heel korte tijd tussen het eten door beide dieren.


Ook indirecte overdracht via kleding of handen van eigenaren is heel onwaarschijnlijk. Het goede nieuws is dat staafjesvirussen op zich niet super sterk zijn. Zonder gastheer overleven ze maar kort. Volgens onderzoek blijven ze als volgt in leven:

  • in direct zonlicht buiten: maximaal 14 uur
  • op kleding: alleen bij een hele hoge virusbelasting langer dan 24 uur
  • op handen: na grondig handen wassen of desinfecteren helemaal niet
  • bij hitte: na opwarming tot boven 56 °C sterven ze na 30 minuten af
  • bij kou: geen afsterven, zelfs niet bij strenge vorst – de ziekteverwekker blijft jarenlang aanwezig

Staupe bij honden herkennen

Om staure te herkennen, is het belangrijk om te weten hoe de ziekte zich kan ontwikkelen. Na besmetting verspreidt het virus zich in de milt, het beenmerg en de lymfeklieren. De eerste symptomen van hondenziekte verschijnen na drie tot zeven dagen. De infectie verloopt meestal in cycli. Het duurt tussen een week en een paar maanden. Er zijn heel verschillende verloopvormen. In de acute vorm scheidt het dier vanaf de vijfde dag de hondenziektevirussen uit. Deze werken in de intestinale vorm vooral in het spijsverteringskanaal. Daarbij zie je de volgende symptomen van hondenziekte:


Bij de respiratoire vorm tast de ziekte de luchtwegen aan. De symptomen van hondenziekte zijn dan:

  • etterige en deels bloederige afscheiding uit de neus en ogen
  • hoesten
  • bronchitis of zelfs longontsteking

Staupe kan leiden tot zwakte, uitdroging, bindvliesontsteking (in het ergste geval blindheid) en slijmvliesinfecties. De slijmvliezen kunnen dan ook niet meer goed tegen bacteriën. Als baasjes de hondenziekte nog steeds niet herkennen en niet naar de dierenarts gaan, tast de ziekte het zenuwstelsel aan. Deze neurologische vorm van hondenziekte kan leiden tot zenuwontstekingen en hersenvliesontsteking, gedragsveranderingen, krampen, dwangbewegingen (hondenziekte-tics) en zenuwverlamming.

Daarnaast is er ook nog een huidvorm van hondenziekte, die de huid aantast.


Deze is te herkennen aan huidveranderingen op de neus van de hond. De huid op de voetzolen kan overmatig verhoornen (hard pad disease). Ook zijn er over de hele huid groeven, scheuren, puistjes en blaasjes te zien. Deze zijn zichtbaar op de onbehaarde plekken, dus aan de binnenkant van de oren en dijen. Bij jonge dieren treden gebreken in het tandglazuur op.

Staupe bij honden behandelen

De diagnose van hondenziekte moet klinisch worden gesteld. Na een vermoeden van hondenziekte worden er immunologische tests gedaan met een slijmvliesuitstrijkje en eventueel met urine- en bloedmonsters.


Als dierenartsen hondenziekte behandelen, proberen ze eerst de symptomen onder controle te krijgen. De hond moet ook weer sterker worden. Dit moet infecties door bacteriën voorkomen, die net zo gevaarlijk kunnen zijn als het distempervirus. Het virus kan in het lichaam worden teruggedrongen totdat het een flexibele immuunrespons heeft opgebouwd. Bij ernstigere gevallen zal de dierenarts een ziekenhuisopname voorstellen om de distemper te behandelen.

Bescherming tegen het stauvirus

Honden en katten moeten niet zomaar door het struikgewas in bossen en velden rondlopen. Daar kunnen ze de uitwerpselen van andere wilde dieren vinden die misschien besmet zijn. De beste bescherming tegen het hondenziektevirus is natuurlijk een vaccinatie.