Patellaluxatie bij honden

Geschreven door: Stela Elena Seemann

|

Tijd om te lezen 5 min

Stela E. Seemann

Hondenvoedingsadviseur & oprichtster van Solli's

Patellaluxatie is een verschuiving van de knieschijf bij honden, wat vooral bij jonge dieren problemen veroorzaakt. De knieschijf zit niet goed in zijn geleiderail. Er zijn typische symptomen van patellaluxatie, vooral de verandering in de gang van de hond valt op: hij ontlast het aangetaste achterbeen tijdens een of meerdere stappen volledig, maar loopt tussendoor ook weer helemaal normaal. Patellaluxatie bij honden is in principe erfelijk. Voor bepaalde hondenrassen betekent dit dat ze niet gefokt mogen worden.

Patellaluxatie bij honden: wat is dat eigenlijk?

Patella is de knieschijf van de hond. Er zijn vier botten bij het kniegewricht betrokken:

  • dijbeen (femur)
  • scheenbeen (tibia)
  • kuitbeen
  • Patella (knieschijf)

De patella versterkt de pees die het onderbeen verbindt met de knie-extensor, de grote dijbeenspier. Bij het strekken of buigen van het kniegewricht beschermt de patella het systeem tegen slijtage. Het behoort daarmee tot de zogenaamde sesambeentjes.

Bij een hond zijn in totaal 13 banden betrokken bij de werking van het kniegewricht. De belangrijkste daarvan zijn de rechte knieschijfband (tussen de patella en het scheenbeen) en de kruisbanden en zijbanden (elk twee).

De kruisbanden verbinden het scheenbeen en het dijbeen in een kruisvorm. Ze zorgen ervoor dat deze twee botten niet naar achteren of naar voren verschuiven. De meniscus heeft een belangrijke bufferfunctie. Hij zorgt ervoor dat de botten bij bewegingen niet tegen elkaar schuren en ligt als een soort kussen tussen het scheenbeen en het dijbeen. De spieren eromheen helpen ook mee om het kniegewricht goed te laten werken. Vooral de quadriceps (grote knie-strekspier) heeft een enorme invloed op hoe de knieschijf precies in de groef van het dijbeen blijft.

Groenlipmossel bij ontstekingsgerelateerde pijn

Een natuurlijke hulp is de groenlipmossel. De mossel kan honden met artrose en gewrichtsproblemen helpen door ontstekingen te bestrijden en de daarmee gepaard gaande pijn aanzienlijk te verminderen.

Hoe ontstaat patellaluxatie bij honden?

Als de knieschijf uit zijn geleidingsgroef springt, ontstaat er een luxatie. Hij zit dan niet meer onderaan in het bovenbeen, maar buiten het gewricht (binnen of buiten), waardoor hij niet meer kan werken en ook nog eens gevaar loopt. Ook de knie is in gevaar door het wegvallen van de bescherming van de knieschijf, want meestal scheurt het gewrichtskapsel bij honden als gevolg van de luxatie van de knieschijf. Hierdoor wordt het strekmechanisme van het kniegewricht verstoord. Dit leidt tot aanzienlijke pijn.

Welke rassen hebben het meest last van patellaluxatie bij honden?

De knieschijfluxatie bij honden komt vooral voor bij kleine rassen in het eerste levensjaar. De laatste jaren zien we echter een trend waarbij patellaluxatie ook vaker voorkomt bij middelgrote of grote honden, waarbij de knieschijf eerder naar buiten luxateert (bij kleine honden eerder naar binnen).

Waarom dat zo is, weten dierenartsen in 2021 nog niet.

Misschien is het kleiner worden van hondenrassen wel een beetje de schuld van knieschijfontwrichting bij honden. Dat zou betekenen dat als grotere rassen kleiner worden gefokt, ze natuurlijk nog steeds groter blijven dan kleine rassen. Maar bij hen komt knieschijfontwrichting bij honden vaker voor. Dat dit erfelijk is, weten we al jaren.

Behoeftequiz

Doe onze gratis quiz en binnen een paar minuten geven we je advies over de beste producten voor je hond.

Hoe herken je een patellaluxatie bij je hond?

Er zijn een paar symptomen van een ontwrichte knieschijf:

  • De hond huppelt als hij loopt.
  • Soms belast hij alle poten normaal, soms ontlast hij het betreffende achterbeen helemaal.
  • De hond lijkt mank.
  • Soms springt het dier zonder reden.

Als je deze symptomen van patellaluxatie ziet, moet je naar de dierenarts gaan, vooral als je hond tot een van de rassen behoort die er vatbaar voor zijn. Dat zijn onder andere:

  • Chihuahua's
  • Poedels
  • Spitz
  • Yorkshire Terriërs en andere kleine hondenrassen.
  • Appenzeller Sennenhonden en Flat Coated Retrievers hebben ook vaak last van patellaluxatie bij honden.

  • Wanneer moet de dierenarts echt even kijken naar de patellaluxatie bij je hond?

    Als je merkt dat je hond last heeft van een patellaluxatie omdat hij tijdens een wandeling meerdere keren een poot helemaal ontlast, moet je echt naar de dierenarts. De patellaluxatie is dan duidelijk al vergevorderd. Er is een risico op artrose, ook al is dat niet meteen. In ieder geval beschadigt de knieschijfluxatie bij honden het kraakbeen. Een even groot gevaar is een kruisbandruptuur door de patellaluxatie bij honden.

    Aan welke diagnose kan de dierenarts de patellaluxatie herkennen?

    De dierenarts doet een orthopedisch onderzoek en deelt de patellaluxatie bij honden in vier graden in. Een röntgenfoto is niet altijd nodig voor de diagnose, maar kan wel handig zijn als het niet helemaal duidelijk is. Als er een operatie nodig is, is het echt nodig. Graad 1 wordt gezien als ‘geen luxatie’. Vanaf graad 2 mogen honden niet meer voor de fokkerij worden gebruikt. Bij graad 2 tot en met 4 zie je dat de hond duidelijk mank loopt. Vanaf graad 3 is een operatie in principe onvermijdelijk. Bij graad 1 en 2 kan de patellaluxatie ook met fysiotherapie worden behandeld, zodat de knieschijf op zijn plaats blijft.

    Het is belangrijk om een patellaluxatie relatief snel te behandelen.

    Een onbehandelde knieschijfluxatie bij honden leidt tot verergerde slijtage van het kraakbeen tussen het dijbeen en de patella. Dit kan ook door een latere operatie niet worden hersteld. Hier nogmaals een overzicht van de graden van patellaluxatie bij honden:

    • Graad 1: De knieschijf gaat vanzelf terug naar de normale positie. Er is bijna geen kreupelheid te zien.
    • Graad 2: De knieschijf komt vaker uit zijn exacte positie. De hond loopt af en toe mank, maar niet opvallend vaak. Vaak merken de baasjes daarom niet dat hun hond last begint te krijgen van een knieschijfluxatie.
    • Graad 3: De knieschijf komt veel vaker uit de groef, maar de hond lijkt over het algemeen geen abnormale pijn te hebben. De toestand valt echter wel op. Vaak gaan de baasjes bij deze graad naar de dierenarts. De verschillen tussen graad 2 en 3 zijn echter vaag.
    • Graad 4: De knieschijf kan niet meer uit zijn (verkeerde) luxatiepositie worden bewogen. De hond kan hierdoor zelfs jarenlang stabiel lopen, maar hij loopt mank. De aandoening moet worden geopereerd voordat er ernstige artrose ontstaat.

    Patellaluxatie bij honden behandelen: opties

    Vanaf stadium 3 is een operatie echt nodig. Maar omdat de overgang tussen stadium 2 en 3 niet altijd duidelijk is, is het vaak lastig om te beslissen. Als je hond duidelijk minder goed loopt, kun je eerst proberen met fysiotherapie, maar het is altijd een goed idee om de dierenarts om advies te vragen over een operatie.

    De dreigende artrose zou erg pijnlijk zijn voor de hond. De operatie heeft zich bewezen.

    De prognose voor de hond is daarna echt goed. Er zijn trouwens verschillende operatiemogelijkheden, tot en met een half kunstgewricht (“patellar groove”). De dierenarts moet beslissen welke methode het beste is.