Tandwisseling bij honden
|
Tijd om te lezen 4 min
Ben je 18 jaar of ouder?
Sorry, de inhoud van deze winkel is niet geschikt voor een jonger publiek. Kom terug als je ouder bent.
|
Tijd om te lezen 4 min
Tandwisseling bij honden is iets waar de meeste baasjes pas over nadenken als hun hond er middenin zit.
Als je een hond neemt, zijn er genoeg dingen waar je aan moet denken om voor je nieuwe gezinslid te zorgen. Welk hondenvoer is het beste? Hoe vaak moet hij uitgelaten worden? Welke vaccinaties heeft hij nodig? Het is logisch dat veel hondeneigenaren pas over het gebit van hun hond nadenken als ze bijtsporen op hun meubels vinden en zich afvragen wat dit gedrag veroorzaakt heeft.
Het is best gek dat veel baasjes niet weten dat hun honden ook een puberteit doormaken, die eigenlijk niet zo heel anders is dan die van ons.
Denk eens terug aan je eigen puberteit. Je weet vast nog wel dat het een periode was waarin je hormonen op hol sloegen, je lichaam veranderde en je geslachtsrijp werd.
De puberteit bij teefjes begint ongeveer 6 maanden na de geboorte en bij reutjes na 9 maanden.
Het ras en de grootte van de hond hebben ook invloed op wanneer hij in de puberteit komt. Kleine rassen zijn meestal iets eerder dan grote rassen.
Anders dan bij ons is een belangrijk onderdeel van de puberteit bij honden het wisselen van de tanden, wat bij mensen veel eerder gebeurt.
Zoals we van opgroeiende kinderen weten, is de puberteit een tijd waarin graag grenzen worden opgezocht. Bij honden is dat niet anders. Wees begripvol voor je hond en neem het hem niet al te kwalijk als hij niet meteen komt als je hem roept.
Toch is het belangrijk dat je vastgeroeste routines aanhoudt en versterkt. Deze routines zorgen voor structuur in deze voor je hond gekke tijd.
In principe duurt de puberteit 2 tot 3 jaar. Na de puberteit is je hond volgroeid en volwassen.
Honden worden niet met tanden geboren. Net als bij ons mensen moeten die eerst doorkomen. Bij honden gebeurt dat vanaf de 3e levensweek. Het melkgebit bestaat uit 28 kleine tanden. Vier hoektanden, die meestal als eerste komen, 12 snijtanden, die daarna komen, en 12 kiezen, die als laatste komen.
De tandwisseling bij honden begint meestal vanaf de vierde levensmaand en duurt ongeveer 3 maanden. Bij kleinere rassen kan dit echter iets later zijn.
De kleine puntige melktandjes vallen geleidelijk uit en worden vervangen door de blijvende tanden. Meestal beginnen de voortanden uit te vallen, daarna volgen de kiezen en als laatste de hoektanden.
Het kan gebeuren dat de hoektanden door de dierenarts moeten worden getrokken, omdat ze bij het uitvallen problemen kunnen geven. Het is belangrijk om je hond tijdens het tandverlies uit de buurt te houden van speelgoed waar hij met zijn gebit aan trekt. Bijvoorbeeld een touw.
Doe onze gratis quiz en binnen een paar minuten geven we je advies over de beste producten voor je hond.
Er zijn een paar signalen die erop wijzen dat je hond aan het wisselen is, maar veel baasjes merken dit niet of begrijpen het niet helemaal. Hier zijn een paar signalen dat je hond aan het wisselen is:
Melktanden die uitvallen
Het kan gebeuren dat de hond de uitgevallen melktanden inslikt of tijdens het uitlaten verliest. Als je hond in de tandwisselingsfase zit, moet je zijn gebit regelmatig controleren.
Knabbelend aan voorwerpen of meubels
Als de melktanden los zitten omdat de nieuwe tanden eronder al doorkomen, kan dit de hond irriteren of jeuken. Om de jeuk te compenseren, gaat hij dan aan verschillende voorwerpen of meubels knabbelen.
Overmatig likken
Een ander ding dat kan gebeuren om de jeuk te verzachten, is overmatig likken.
Er zijn een paar dingen die kunnen gebeuren als je hond tandjes krijgt. Het kan zijn dat de hond tijdens het tandverlies last heeft van diarree of een beetje koorts. Het kan ook gebeuren dat hij zijn hondenvoer niet wil eten of aan meubels knaagt. Dat is volkomen normaal en geen reden tot ongerustheid. De hond moet eerst wennen aan zijn nieuwe gebit.
Je kunt de overgang voor hem makkelijker maken door hem genoeg kauwspeeltjes of andere kauwartikelen te geven, zodat hij kan wennen aan zijn nieuwe gebit.
Om andere problemen te voorkomen, is het belangrijk dat je regelmatig even goed naar zijn gebit kijkt om te checken of het wisselen van tanden goed gaat.
Het kan gebeuren dat sommige melktanden niet uitvallen, ook al komen de nieuwe tanden al door. In dat geval kan het nodig zijn om de melktanden door de dierenarts te laten trekken.
Om je hond onnodige pijn te besparen, moet je hem meteen naar de dierenarts brengen.
Eerst is het belangrijk om het gebit van je hond regelmatig te checken als hij in de tandwisselfase zit.
Zo kun je bij problemen naar de dierenarts gaan, maar dat is meestal niet nodig.
Om uzelf en uw hond een hoop stress te besparen, moet u hem voldoende kauwspeeltjes en kauwsnacks geven, zodat hij zijn nieuwe tanden niet op uw dure meubels uitprobeert en zichzelf uiteindelijk verwondt.