Ziekte van Addison bij honden
|
Tijd om te lezen 5 min
Ben je 18 jaar of ouder?
Sorry, de inhoud van deze winkel is niet geschikt voor een jonger publiek. Kom terug als je ouder bent.
|
Tijd om te lezen 5 min
De ziekte van Addison bij honden (ook wel hypoadrenocorticismus genoemd) is een zeldzame aandoening van de bijnierkorst. Het kan levensbedreigend zijn. De primaire bijnierinsufficiëntie (niet hetzelfde als secundaire bijnierinsufficiëntie) zorgt ervoor dat de bijnieren niet goed werken of zelfs helemaal niet meer werken. Dit zijn kleine klieren die aan de voorkant van de nieren zitten. Ze worden verdeeld in de cortex en de medulla. Ze maken belangrijke hormonen aan en geven deze af aan het bloed.
Door de onderfunctie van zijn bijnierkorst mist de hond belangrijke hormonen die normaal gesproken door deze klier worden afgegeven. Een voorbeeld hiervan is cortisol, dat als natuurlijk cortison tot de glucocorticoïden behoort en in stresssituaties belangrijke stofwisselingsprocessen reguleert. Daarom wordt het ook wel ‘stresshormoon’ genoemd.
Aan de reactie op stress kan men daarom in sommige gevallen ook de ziekte van Addison bij honden herkennen: hij reageert abnormaal, vooral is hij veel minder stressbestendig (dan zijn baasje tot nu toe van hem gewend was).
Maar dat is niet het enige effect van de ziekte van Addison bij honden. Naast cortisol wordt in de bijnieren ook aldosteron aangemaakt. Dit minerale glucocorticoïde, een zogenaamd dorsthormoon, reguleert de water- en daarmee ook de mineralenhuishouding in het lichaam van de hond. Als het ontbreekt, daalt de natriumconcentratie sterk, terwijl het kaliumgehalte stijgt. Het dier gaat dan abnormaal veel drinken.
De ziekte van Addison komt maar heel zelden voor bij honden. Het tegenovergestelde, namelijk de ziekte van Cushing of hyperadrenocorticism (een overactieve bijnier), komt veel vaker voor. Vrouwelijke dieren van grote rassen hebben de meeste kans op deze hormonale aandoening. Bij hen komt het vooral voor op jonge en middelbare leeftijd. Maar in principe kan elke hond de ziekte van Addison krijgen.
Doe onze gratis quiz en binnen een paar minuten geven we je advies over de beste producten voor je hond.
De oorzaken van de ziekte van Addison bij honden zijn heel divers. Ze zijn ook nog niet helemaal duidelijk. Er is een primaire en een secundaire ziekte van Addison:
Primaire ziekte van Addison bij honden
Deze ziekte begint in de bijnier. De meeste honden hebben de primaire vorm, waarbij het bijnierweefsel kapot is. De bijnierschors is de plek waar het meestal begint. Hier worden aldosteron en cortisol gemaakt.
Als er door de ziekte van Addison bij honden geen goed werkende cellen zijn, daalt de hormoonproductie flink. Hierdoor daalt het aldosteron- en cortisolgehalte in het bloed zo sterk dat de typische symptomen van de ziekte van Addison zichtbaar worden.
De typische ziekte van Addison wordt gekenmerkt door een verschuiving van de elektrolytenconcentratie door een tekort aan aldosteron. Als er geen cortisol is, spreken we van de atypische variant. De schade aan het betreffende klierweefsel heeft de volgende oorzaken:
Secundaire oorzaken van de ziekte van Addison
Deze ziekte van Addison bij honden komt uit de hypofyse. Deze is verstoord. De storing kan ook in de hypothalamus (deel van de tussenhersenen) optreden. Deze twee overkoepelende controlecentra regelen de hormoonactiviteit van de bijnieren via het ACTH (adrenocorticotroop hormoon) en het CRH (corticotroop hormoon). Als ACTH ontbreekt of CRH in overmaat wordt aangemaakt, blijft de cortisolvorming uit.
De symptomen van de ziekte van Addison verschillen afhankelijk van het tekort aan cortisol en/of aldosteron. Als er geen aldosteron is en daardoor de kalium- en natriumhuishouding uit balans raakt, zijn de symptomen ernstiger. Aan de hand van de onderstaande symptomen kun je de ziekte van Addison bij honden herkennen:
Voor een diagnose moet je naar de dierenarts. De meeste baasjes hebben niet genoeg kennis of ervaring om de ziekte van Addison bij hun hond te herkennen. Het komt niet vaak voor en de symptomen kunnen vaag of heel verschillend zijn. Maar als de hond moet overgeven, tegelijkertijd flinke diarree heeft en er ook nog eens heel zwak uitziet, gaat de baas naar de dierenarts. Die kan vaak al aan de hand van de eerste anamnese vaststellen dat de hond de ziekte van Addison heeft, nog voordat het bloedonderzoek is gedaan. Daaruit blijkt dan dat de elektrolytenbalans verstoord is en dat bepaalde hormonen ontbreken of juist te veel aanwezig zijn. Een urineonderzoek is verplicht.
Het soortelijk gewicht van de urine, dat de dichtheid aangeeft, is heel veelzeggend. Daarnaast zijn er beeldvormende technieken zoals echografie en röntgenfoto's.
Deze laten meestal smalle bloedvaten en verkleinde bijnieren zien – samen met de bloed- en urinewaarden een duidelijke aanwijzing voor de ziekte van Addison bij honden. De definitieve bevestiging komt meestal van een ACTH-stimulatietest op het basale cortisolgehalte. Hierbij wordt bloed afgenomen voor en na toediening van ACTH en onderzocht om te zien of het cortisolgehalte door de ACTH verandert. Bij een gezonde hond zou dat het geval zijn, het cortisolgehalte zou stijgen. Bij een ziek dier blijft het echter onveranderd.
Er zijn langdurige therapieën en behandelingen voor acute crises. Voor de langdurige therapie krijgt de viervoeter het glucocorticoïde prednisolon en het mineraalcorticoïde fludrocortison. Bij een acute crisis van de ziekte van Addison moet de dierenarts infusen toedienen om de bloedsomloop te stabiliseren, het dier kristalloïden zoals natrium toedienen en mogelijk na een ACTH-test verschillende glucocorticoïden zoals methylprednisolon of dexamethason toedienen.
Een teveel aan kalium (hyperkaliëmie) kan worden verholpen met calciumgluconaat. Eigenaren moeten bij zo'n crisis snel handelen, want die is op zich levensgevaarlijk. Als de ziekte vroeg wordt ontdekt, is ze goed te behandelen. Bij een dergelijke diagnose moet de hond zo stressvrij mogelijk leven.